Bij een ziekmelding gaat er een klokje lopen dat twee jaar doortikt. In deze periode is de Wet verbetering poortwachter van toepassing. Deze wet vereist een actieve inzet van zowel werkgever, als werknemer.
De Wet verbetering poortwachter kent een strakke planning met verschillende deadlines, de ‘poortjes’. Deze structuur helpt werkgever en werknemer bij het re-integratieproces.
De Wet verbetering poortwachter regelt de aanpak van verzuim. De ‘poortwachter’ is het UWV, die aan het eind van het traject beoordeelt of er voldoende re-integratie-inzet heeft plaatsgevonden door werkgever en werknemer. Zijn alle middelen ingezet, is dit tijdig gebeurd en is het resultaat bevredigend?
De vragen die, door de casemanager, elke 6 weken gesteld moeten worden.
- is het eigen werk passend?
- Is het eigen werk passend te maken?
- Is er ander passend werk?
- Is er elders passend werk?
De verplichtingen in een tijdschema:
Korte toelichting per stap
Stap 1: melding eerste ziektedag
Zodra een werknemer ziek wordt, moet hij dit doorgeven aan zijn werkgever. Hoe dat moet, is meestal vastgelegd in een verzuimreglement. Wanneer de werknemer langer dan een paar dagen ziek is, moet de werkgever dit binnen een week melden bij de arbodienst of bedrijfsarts.
Stap 2: probleemanalyse
Wanneer langdurige ziekte dreigt, vraag de werkgever de bedrijfsarts of arbodienst om een probleemanalyse en een re-integratieadvies op te stellen. De werkgever stelt vervolgens samen met de werknemer een plan van aanpak op. Staat direct al vast dat er geen re-integratiemogelijkheden zijn dan is een vervroegde WIA-aanvraag mogelijk.
Stap 3: plan van aanpak (re-integratieplan)
In het plan van aanpak maken werkgever en werknemer afspraken over de functiemogelijkheden. Er wordt gekeken wat er nodig is om passende arbeid te vinden. In eerste instantie binnen het bedrijf (eerste spoor). Of, als de bedrijfsarts dit adviseert, bij een ander bedrijf (tweede spoor). Het plan van aanpak wordt periodiek (liefst om de zes weken) geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
Stap 4: 42e-weeksmelding UWV en eerstejaarsevaluatie
Na 42 weken ziekte moet de werkgever de dreigend langdurige ziekte melden bij het UWV.
Stap 5: Eerstejaarsevaluatie
Na 52 weken kijken werknemer en werkgever samen naar de re-integratieactiviteiten in het eerste ziektejaar. Ze bepalen of het gestelde doel en de gekozen route van de re-integratie nog de juiste is of moet worden bijgesteld, bijvoorbeeld als de belastbaarheid van de zieke is verslechterd.
Stap 6: Aanvraag WIA
Na 104 weken ziekte ontstaat recht op een WIA-uitkering. De werknemer moet zelf de WIA-beoordeling aanvragen. Hij krijgt hierover bericht van UWV. Tot uiterlijk week 93 van de ziekte kan hij WIA-aanvraag indienen. Deze moet voorzien zijn van:
- De eerstejaarsevaluatie
- Een eindevaluatie van het plan van aanpak (door werkgever en werknemer samen opgesteld)
- Medische informatie (inclusief probleemanalyse) en een actueel oordeel van de bedrijfsarts, door de werknemer opgevraagd
De WIA-aanvraag wordt door UWV getoetst. Met de RIV-toets (RIV = Re-Integratie Verslag) bepaalt UWV of werkgever en werknemer samen voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht. Indien dat het geval is, en de werknemer is voor minder dan 65% arbeidsgeschikt, volgt toelating tot de WIA. Let op: als er volgens UWV niet voldoende re-integratie-inspanningen zijn gedaan, volgt geen toelating tot de WIA!