De behandeling van kanker heeft altijd invloed op iemands werkvermogen. De mate waarin en hoe, verschilt.
De meest voorkomende behandelingen bij kanker zijn:
- Chirurgie (operatie)
- Radiotherapie (bestraling)
- Chemotherapie
- Immunotherapie (bijvoorbeeld Herceptin)
- Anti-hormonale therapie (bij hormoongevoelige kankersoorten)
Meestal ondergaan patiënten een mix van behandelingen. Het hele traject kan veel tijd in beslag nemen.
Minder belastend
Naarmate de wetenschap vordert, worden behandelingen gelukkig in veel gevallen minder belastend:
- Bijwerkingen zijn beter op te vangen.
- Therapieën worden steeds meer ‘targeted’. Dat betekent dat ze zich uitsluitend op de kankercellen richten en niet ook gezonde cellen uitschakelen.
Langdurig
Toch blijft het zo, dat de behandelingen vaak lang duren, meestal maanden tot een jaar, ook wanneer we spreken over curatieve behandelingen. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij sommige vormen van bloedkanker, loopt de behandelduur op tot wel 2 jaar. Anti-hormoontherapie kan tot wel 10 jaar in beslag nemen.
Doordat er steeds meer therapieën beschikbaar komen, neemt de duur van de behandeling ook toe, en treedt er een stapeling op. Het is belangrijk te weten dat de behandeling van kanker altijd invloed heeft op het werkvermogen van mensen gedurende en na de behandelingen. Wat deze invloed precies is, verschilt per persoon en per situatie.